Versnellingen: derailleur of naafversnelling?

  • Fiets kopen of huren
  • Mechanica

Welk type voor welk gebruik? Wat zijn de voor- en nadelen van beide types?

Onze tips

Voor- en nadelen van beide systemen

Met een naafversnelling kan je van versnelling veranderen terwijl je stilstaat. Dit door langzaam of naar achter te trappen. Onmogelijk met een derailleur.

Een naafsysteem is wel zwaarder en duurder dan een derailleursysteem. Waar je bij naafversnellingen lange tijd maar drie versnellingen had, heb je er tegenwoordig zeven tot acht, of zelfs veertien bij systemen van Rohloff. Bij een derailleurversnelling zijn niet alle theoretische versnellingen bruikbaar, wat bij naafversnellingen wel het geval is. Het bereik (het verschil tussen de lichtste en de zwaarste versnelling) is bij naafversnellingen echter minder groot.

Een fiets die uitgerust is met een derailleur met 24 tot 27 versnellingen (3 kettingbladen vooraan en 7 tot 9 kettingwielen achteraan) heeft een bereik van meer dan 500% en is zeer geschikt voor steile hellingen of voor fietsvakanties. Bij zo’n systeem gaat het verzet van 1,3 meter per omwenteling (voor steile hellingen heb je een verzet nodig dat kleiner is dan twee meter per omwenteling) tot zeven of acht meter per omwenteling op vlakke wegen.

Overbrengingsverhouding? Trapfrequentie? Kettingblad? Kettingwiel? Verzet?

Tijdens het fietsen brengt de kettingaandrijving omwentelingen van de trapas over op omwentelingen van het achterwiel. Het aantal rotaties van de trapas (de trapfrequentie) bepaalt het aantal rotaties van het achterwiel. De overbrengingsverhouding drukt uit hoeveel sneller of trager het achterwiel draait ten opzichte van de trapas. Dit wordt bepaald door het aantal tanden op de tandwielen op de trapas (het kettingblad) en de wielas (het kettingwiel). Een overbrengingsverhouding van 1,5 betekent dat het achterwiel anderhalve keer rond zijn as draait wanneer de pedalen één volledige rotatie maken. Het aantal meters dat de fiets met één zo’n rotatie van de trappers aflegt, is afhankelijk van de omtrek van het wiel. Deze afstand wordt het verzet van de fiets genoemd. Een versnellingssysteem staat je toe om de overbrengingsverhouding, en dus je verzet, tijdens het fietsen te veranderen.

Een derailleur verandert de ketting zijdelings van positie op het kettingblad of kettingwiel. Probeer je ketting recht te houden. Leg deze dus niet tegelijkertijd op het binnenste kettingwiel en het buitenste kettingblad, of omgekeerd. In de praktijk heeft een fiets met een derailleursysteem daarom slechts twaalf bruikbare versnellingen.

De ketting en de kettingwielen van een fiets met derailleurversnelling verslijten meestal sneller dan die van een fiets met naafversnellingen (zeker bij fietsen met zeven of acht kettingwielen en een kettingblad). Bij een derailleurversnelling is de ketting ook iets dunner dan bij een fiets met naafversnelling.

Het Dual drive-systeem van SRAM combineert een naafversnelling (drie versnellingen) met een derailleurversnelling (acht versnellingen). Het systeem is ontworpen voor mensen die moeite hebben met fietsen die zowel vooraan als achteraan derailleurversnellingen hebben. Het is ook mogelijk om naafversnellingen te combineren met een systeem in de trapas, zoals de systemen van Schlumpf. Deze bereiken een overbrenging van meer dan 600%.

Naafversnellingen kunnen worden gecombineerd met trommel- of schijfremmen. Deze remmen gaan langer mee dan gewone V-brakes. Opgelet: als je een lekke band hebt, is het niet altijd makkelijk om een wiel met een Nexus-naafversnelling te demonteren.

Het is niet altijd mogelijk om naafversnellingen bij mountainbikes te installeren. De padden (dit zijn de uiteindes van het frame waarin het wiel wordt vastgezet) zijn soms verschillend.

Een beetje geschiedenis

In 1903 wordt de eerste naafversnelling gemaakt door het bedrijf Sturmey-Archer. In 1904 word een tweede naafversnellingssysteem met twee versnellingen (het Torpedo-model) ontwikkeld door het Duitse Schweinfurter Präzisions Kugellagerwerke Fichtel und Sachs (opgericht door Ernst Sachs en Karl Fichtel, de huidige naam is SRAM). In 1913 ziet een naafversnellingssysteem met vier versnellingen het licht.

Vandaag hebben naafversnellingen zeven tot zelfs acht versnellingen en een bereik van +/- 300%. Nieuwe SRAM-naafversnelling met negen versnellingen geraken zelfs aan een bereik van 340%. Dat is vrij revolutionair. Naafversnellingen van Rohloff hebben veertien versnellingen, goed voor een bereik van 526%.

Welk type voor welk gebruik?

Een fiets met een goede naafversnelling met acht of negen versnellingen is voldoende voor dagelijkse verplaatsingen in een niet te heuvelachtige stad zoals Brussel en voor fietsvakanties op vlakke wegen. Er bestaan heel goede hybride fietsen (12 – 13 kg) met acht of negen versnellingen in de achternaaf en stadsfietsen met een dynamo in de voornaaf (14 – 17 kg). Voor fietstochten in bergachtige gebieden of om goed te kunnen doorfietsen bij sterke hellingen, heb je een fiets nodig met derailleurversnellingen.

Een nieuwigheid op de markt is de Nu Vinci. Dit is een naafversnelling met traploze schakeling. Verschillende merken beginnen hun fietsen uit te rusten met deze naafversnelling.

Verschillende naafversnellingen: hun bereik (en hun gewicht zonder rem):

SRAM I-Motion

  • S3: 186% (1 010 g)
  • S5: 251% (1 250 g)
  • S7: 303% (1 480 g)

Sturmey-Archer

Shimano

Rohloff 

  • 526% (1 700 g – 14 versnellingen)

Schlulpf

  • 165 of 250% (2 versnellingen)

Nu Vinci

  • 350% (+/- 4 kg – variabel)